Andere informatie en diensten van de overheid: www.belgium.be

FAQ voor zorgverleners

 

Wat is het nut van jodiumtabletten?

Bij een nucleaire lozing kan radioactief jodium vrijkomen, naast andere mogelijke radioactieve stoffen zoals bv. cesium en strontium. 

Jodium, en dus ook de radioactieve vormen, wordt door het lichaam opgenomen, zowel via het ademhalingsstelsel als via het spijsverteringsstelsel en zelfs via de huid. Zo ontstaat een inwendige besmetting met selectieve opslag van de radioactieve isotopen van jodium in de schildklierfollikels. Het schildklierweefsel wordt daarbij blootgesteld aan de straling van de radioactieve isotopen. De kans op schildklierkanker neemt dan toe. Een blootstelling aan hoge dosissen kan celsterfte veroorzaken en daardoor een gedeeltelijke of gehele ablatie tot gevolg hebben.

Jodiumtabletten en andere vormen van stabiel jodium (kaliumjodide-poeder, lugol, alcoholische jodiumoplossingen) kunnen schildklierkanker voorkomen als ze tijdig worden ingenomen. Ze doen dit voornamelijk door competitieve inhibitie met de radioactieve isotopen van jodium. De overmaat aan stabiel jodium die wordt aangeboden, verzadigt de schildklier en belet de opname en het opstapelen van deze radioactieve isotopen.

Jodiumtabletten bieden enkel bescherming tegen radioactief jodium, niet tegen andere radioactieve stoffen. Schuilen is dus de eerste en beste beschermingsmaatregel.

Wie zijn de kwetsbare groepen?

Kinderen en adolescenten tot 18 jaar en vooral de jongsten onder hen, lopen bij een nucleaire noodsituatie het grootste risico. Zij zijn het meest gevoelig om schildklierkanker te ontwikkelen na blootstelling aan radioactief jodium. Deze hoge gevoeligheid bestaat ook al voor de ongeboren baby. De schildklier van de foetus begint jodium te concentreren en op te stapelen vanaf het tweede zwangerschapstrimester. Jodium wordt ook opgenomen door de borstklier van vrouwen die borstvoeding geven en afgescheiden in de moedermelk. Daarom is het gebruik van jodiumtabletten sterk aangewezen bij zwangere vrouwen en ook bij vrouwen die borstvoeding geven, ongeacht de leeftijd. 

Bij jonge volwassenen (19-40 jaar) is de kans op schildklierkanker door radioactief jodium laag. Het risico op bijwerkingen na een eenmalige inname van jodiumtabletten is ook laag. Daarom kan het in de nabijheid van een nucleaire site verantwoord zijn om ook aan deze leeftijdsgroep de inname van jodiumtabletten aan te raden vanaf een bepaalde blootstelling. 

Voor volwassenen ouder dan 40 jaar wordt op basis van de huidige wetenschappelijke gegevens de inname van jodiumtabletten bij een nucleair ongeval niet aanbevolen, tenzij de verwachte blootstelling zo hoog is dat de schildklierfunctie zelf wordt aangetast. Dit komt omdat de kans op schildklierkanker door radioactief jodium vanaf die leeftijd heel laag is, terwijl het risico op ernstige bijwerkingen toeneemt. Bij zwangerschap of borstvoeding is de inname van jodiumtabletten  boven de 40 jaar wel aangewezen. Volwassenen ouder dan 40 jaar krijgen in de bijsluiter ook de raad om zich te informeren bij de huisarts of specialist voordat een nucleair incident zich voordoet.

Wie moet jodiumtabletten in huis halen? 

Hoe jonger, hoe meer kans op schildklierkanker door radioactief jodium. Hoe dichter bij een nucleaire site, hoe groter de mogelijke blootstelling aan radioactief jodium bij een nucleair ongeval. Daarom krijgen in het ganse land de kwetsbare groepen het advies om jodiumtabletten in huis te halen: gezinnen met kinderen en adolescenten tot 18 jaar, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.

Binnen de zone van 20 kilometer rond de nucleaire sites (10 kilometer voor IRE Fleurus) halen naast de kwetsbare groepen best ook alle andere inwoners jodiumtabletten in huis. Ideaal moet in elk gezin en elke collectiviteit (bedrijf, school, crèche, ziekenhuis, supermarkt, …) in die zone een voorraad jodiumtabletten aanwezig zijn.

Buiten de zone van 20 kilometer rond de nucleaire sites (10 kilometer voor IRE Fleurus), in de rest van het land dus, krijgen naast de kwetsbare groepen ook de collectiviteiten waar kinderen verblijven (crèches, scholen, jeugdinstellingen…) het advies om jodiumtabletten af te halen. Burgers die niet tot deze specifieke doelgroepen behoren, moeten geen jodiumtabletten in huis halen omdat het risico sterk daalt met de leeftijd én de afstand tot het incident. Ze kunnen op eigen vraag wel een doosje jodiumtabletten verkrijgen bij de apotheek.

Waarom zijn kinderen en adolescenten tot 18 jaar een kwetsbare groep?

Kinderen en adolescenten tot 18 jaar en vooral de jongsten onder hen, lopen bij een nucleaire noodsituatie het grootste risico. Zij zijn het meest gevoelig om schildklierkanker te ontwikkelen na blootstelling aan radioactief jodium.

Studies over de gevolgen van het ongeval van Tsjernobyl hebben aangetoond dat de incidentie van schildklierkanker sterk verhoogd was en verhoogd blijft bij kinderen die op zeer jonge leeftijd werden blootgesteld aan radioactief jodium. Bovendien vertonen de schildklierkankers bij kinderen, in tegenstelling tot die bij de meeste (oudere) volwassenen, een zeer agressief biologisch gedrag met uitgesproken lokale invasie en snelle metastasering.

Waarom zijn zwangere vrouwen een kwetsbare groep?

Tijdens de zwangerschap wordt de maternale schildklier gestimuleerd, vooral in het 1e zwangerschapstrimester. Zwangere vrouwen hebben daarom een grotere behoefte aan jodium, waardoor ze meer radioactief jodium zullen opnemen bij een nucleair ongeval .

Tijdens het 2e en 3e zwangerschapstrimester neemt de foetale schildklier in toenemende mate jodium op, dat vlot de placentabarrière passeert. Als de moeder aan radioactief jodium wordt blootgesteld, neemt voornamelijk de concentratie van radioactief jodium in de foetale schildklier toe. Inname van stabiel of niet-radioactief jodium kan het opstapelen van radioactief jodium in de foetale en maternale schildklier verhinderen.

Het is voor zwangere vrouwen dus sterk aanbevolen om jodiumtabletten in te nemen. Op die wijze beschermen ze zowel zichzelf als hun ongeboren baby.

Opmerking:

  • De inname van jodiumtabletten is, tenzij de overheid andere aanbevelingen verstrekt, eenmalig. Zelfs in de zeer uitzonderlijke omstandigheid dat ook de volgende dag(en) de inname van jodium wordt aanbevolen, geldt dit niet noodzakelijk voor zwangere vrouwen. De toediening van hoge dosissen stabiel jodium gedurende meerdere dagen verhoogt immers het risico dat de foetale schildklierfunctie blokkeert, en zal daarom zeer nauwgezet worden beoordeeld. De overheid zal aanbevelingen formuleren mocht een dergelijke situatie zich ooit voordoen.
  • Na toediening van stabiel jodium tijdens de zwangerschap moet de schildklierfunctie van de pasgeborene gecontroleerd worden, zoals in België routinematig gebeurt bij alle pasgeborenen. 

Waarom zijn vrouwen die borstvoeding geven een kwetsbare groep? 

Jodium wordt door de lacterende borstklier opgenomen en in de moedermelk afgescheiden (binnen 24 uur kan 1/4 van de opgenomen hoeveelheid jodium in de melk worden  gesecreteerd). 
De inname van jodiumtabletten door de lacterende moeder werkt beschermend door het drastisch verminderen van de door haar opgelopen schildklier- en borstklierdosis. Doordat de dosis radioactief jodium in de moedermelk vermindert, loopt ook de zuigeling minder risico. 

Ondanks het feit dat de zuigeling via de moedermelk een hoeveelheid stabiel jodium aangeboden krijgt, zal de baby ook nog een eigen dosis stabiel jodium moeten krijgen via een flesje met poeder- of moedermelk.

Er worden geen ernstige nevenwerkingen of ongewenste effecten voor het kind verwacht, maar een controle van de schildklierfunctie na toediening van jodiumtabletten blijft aangewezen, vooral voor het vroegtijdig herkennen van een eventuele hypothyroïdie. 

Wat als  een persoon ouder dan 40 jaar me vraagt of hij jodiumtabletten mag innemen? 

Het is aanbevolen om, los van elk nucleair voorval, het eventuele gebruik van jodiumtabletten op voorhand te bespreken, in het bijzonder met uw patiënten ouder dan 40 jaar.

Gebruik van de tabletten is bij die leeftijdsklasse vaak minder aangewezen om twee redenen:

  • Het risico op schildklierkanker door radioactief jodium daalt naarmate men ouder wordt. Tenzij bij blootstelling aan (zeer) hoge dosissen radioactief jodium, is het risico op schildklierkanker zeer laag bij volwassen vrouwen, en nog lager bij volwassen mannen. Bovendien gedragen de schildklierkankers zich weinig agressief en is de prognose, mits adequate behandeling, zeer gunstig.
  • Bij personen ouder dan 40 jaar is de werking van de schildklier vaker ontregeld, vooral in jodiumarme streken zoals België. Deze ontregeling verhoogt het risico op ongewenste effecten door de inname van jodiumtabletten. Bij oudere volwassenen is vooral de inductie van hyperthyroïdie door jodiuminname een te duchten neveneffect. 

Dit betekent dat de nadelen van inname van de tabletten (ongewenste effecten zoals bv. thyreotoxische crisis met secundair risico op ernstige coronaire/cardiale complicaties) groter kunnen zijn dan het voordeel (vermijden van schildklierkanker).

Als het besmettingsrisico heel groot is en de schildklierfunctie zelf kan worden aangetast, kan de overheid uitzonderlijk toch de inname van stabiel jodium adviseren. Het is dus raadzaam deze bevolkingsgroep preventief te screenen om mogelijke contra-indicaties tijdig op te sporen (voorgeschiedenis van of actueel bestaand schildklierlijden, zeker in combinatie met coronair lijden en/of borderline cardiale functie).

Tijdens een consultatie kunt u preventief screenen op schildklieraandoeningen door schildklierpalpatie. Bij aanwezigheid van een klinische indicatie kunt u een TSH-bepaling uitvoeren. 

Bij patiënten boven de 50 jaar zal een TSH-bepaling altijd gevraagd worden bij een bloedonderzoek. 

Bij zwangerschap of borstvoeding is de inname van jodiumtabletten boven de 40 jaar wel aangewezen. 

Samenstelling, vorm, toedieningswijze, verpakking.

Kaliumjodide wordt in tabletten van 65 mg ter beschikking gesteld. Deze tabletten zijn deelbaar in vier. Een verpakking bevat 10 tabletten voor orale inname. 65 mg kaliumjodide komt overeen met 50 mg jodium. 

De tabletten van de vorige campagne zijn nog goed en de dosering is dezelfde gebleven. Op de verpakking staat de productiedatum van de tabletten. Jodiumtabletten zijn minstens 10 jaar bruikbaar als ze in de oorspronkelijke verpakking worden bewaard. De overheid zal de goede werking van de tabletten regelmatig controleren. 

Een lichte geelbruine verkleuring van de tabletten is mogelijk na verloop van tijd, maar dit wijzigt de doeltreffendheid van de tabletten niet en is zonder gevaar. Zolang de blister intact blijft, is de tablet goed. 

Wanneer dienen jodiumtabletten preventief te worden ingenomen?

De optimale periode om de tabletten in te nemen is in de tijdspanne van maximaal 6 uur vóór tot op het moment van de blootstelling aan het radioactieve jodium (de blokkade van de opname van radioactief jodium is dan bijna 100%).

Bij een typisch nucleair incident kan het voorbijtrekken van een radioactieve wolk enkele uren duren en de opstapeling van radioactief jodium in de schildklier progressief verlopen. Hierdoor kan kaliumjodide nog een beschermend effect hebben als het later wordt ingenomen, zelfs tot 3 à 4 uur na het begin van de blootstelling (de blokkade van de opname van radioactief jodium is ongeveer 60% bij inname na 3 uur).

Bij een veel te vroege inname van een eenmalige dosis kan de profylactische werking onvoldoende zijn. Indien de toediening van stabiel jodium véél te laat gebeurt (bv. meer dan 48 uur na het einde van de blootstelling), kan dit een contraproductief effect veroorzaken, waarbij de dosis aan de schildklier toeneemt. 

Daarom mogen jodiumtabletten enkel worden ingenomen als de overheid dit uitdrukkelijk aanbeveelt via radio, tv, internet, sms of luidsprekers. 

Welke dosissen worden aanbevolen op basis van de leeftijd?

Eén tablet bevat 65 mg kaliumjodide.

  • pasgeborenen tot 1 maand: eenmaal ¼ tablet
  • kinderen vanaf 1 maand tot 3 jaar: eenmaal ½ tablet
  • kinderen vanaf 3 jaar tot 12 jaar: eenmaal 1 tablet 
  • jongeren en volwassenen vanaf 12 jaar tot 40 jaar: eenmaal 2 tabletten

Bijzondere groepen:

  • zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, ongeacht de leeftijd: eenmaal 2 tabletten
  • volwassenen vanaf 40 jaar: de profylactische inname van kaliumjodide is zelden aangewezen, behalve als de te verwachten blootstelling van de schildklier aan radioactief jodium uitzonderlijk hoog is.

  
In welke gevallen is het noodzakelijk om een tweede dosis jodiumtabletten in te nemen? 

Het gebruik van jodiumtabletten is, tenzij de overheid andere aanbevelingen formuleert, eenmalig. Een eenmalige dosis kaliumjodide beschermt de schildklier ongeveer 24 uur en dit is meestal voldoende. 

Als het risico op blootstelling door inhalatie of ingestie langer dan 24 uur aanhoudt, kan de overheid aanraden om een tweede of ook volgende dosis in te nemen. Normaal is die dosis kleiner dan de initiële dosis. 
Voor pasgeborenen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven is een herhaalde inname in principe te vermijden. De overheid kan dus beslissen dat het nodig is deze personen te evacueren.

Hoe moeten jodiumtabletten worden ingenomen? 

Voor baby’s en kinderen tot 3 jaar, moet de kwart tablet of de halve tablet altijd eerst fijn gestampt worden. Dit poeder kan dan opgelost worden in een kleine hoeveelheid vloeistof en vervolgens toegevoegd aan een grotere hoeveelheid drank, bijvoorbeeld water, fruitsap of (afgekolfde) melk. De verkregen oplossing kan niet worden bewaard en moet meteen worden opgedronken. Indien geen drank beschikbaar is, kan het poeder ook toegevoegd worden aan het voedsel van het kind. Deze jonge kinderen mogen de kwart tablet of de halve tablet niet als dusdanig inslikken.

Voor personen vanaf 3 jaar en ouder wordt de jodiumtablet best ook eerst opgelost in een kleine hoeveelheid water en dan toegevoegd aan een grotere hoeveelheid drank. Indien geen drank beschikbaar is, kan men de tablet ook als dusdanig doorslikken, bij voorkeur na wat gegeten te hebben. De inname met alcoholische drank is af te raden.

Welke raad geef ik mijn patiënten als ze tijdens een nucleair ongeval te weinig jodiumtabletten in huis hebben?

Als de radioactieve wolk nog niet voorbijtrekt (in de “dreigingsfase”), kunt u uw patiënten aanraden tabletten te halen bij buren die tabletten teveel hebben. Wanneer een radioactieve wolk voorbijtrekt, moeten uw patiënten binnen blijven, deuren en ramen sluiten en niet buitenshuis op zoek gaan naar jodiumtabletten. Schuilen biedt dan de beste bescherming en dat tegen alle radioactieve stoffen, niet alleen radioactieve vormen van jodium. 

Indien er te weinig jodiumtabletten in huis zijn voor alle personen die in de woning aanwezig zijn, dan dienen de tabletten eerst aan zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen gegeven te worden, met prioriteit voor kinderen tot 3 jaar. 

De dosis kan ook gehalveerd en verdeeld worden. Met een halve dosis is men ook volledig beschermd, alleen duurt het iets langer voordat de bescherming maximaal is dan met een volledige dosis. Bij het correct toepassen van de schuilmaatregel beschikt men over voldoende tijd om op deze manier tewerk te gaan.

Wat zijn de interacties met andere geneesmiddelen?

De werking van kaliumjodide wordt beïnvloed door geneesmiddelen/monovalente anionen die een invloed hebben op de schildklierwerking (bv. perchloraat, thiocyanaat, bijodaat, chloraat, nitraat, perjodaat en pertechnetaat).

Kaliumjodide beïnvloedt de werking van thyreostatica. Dit kan ook gelden voor medicatie die recent in het verleden werd ingenomen. 

Hebben voedingsmiddelen een invloed op de werking van kaliumjodide?

Voedingsmiddelen en dranken hebben geen invloed op de werking van kaliumjodide.

Welke neveneffecten kunnen optreden na inname van kaliumjodide?

Ter hoogte van de schildklier: jodium induceert eventueel:

  • een hyperthyroïdie, vooral bij patiënten met een multinodulair kropgezwel of die aan een morbus Graves-Basedow in de latente- of remissiefase lijden, of zelfs (zeldzamer) een thyreotoxische crisis, die op haar beurt hartproblemen kan veroorzaken die zeer ernstig kunnen zijn;
  • een hypothyroïdie, vooral bij de foetus en pasgeborenen (Wolff-Chaikoff-effect) en bij euthyroïde patiënten die een ziekte van Hashimoto vertonen, of bij patiënten die vroeger omwille van een morbus Graves-Basedow met radioactief jodium werden behandeld.

Buiten de schildklier:

  • huid en slijmvliezen: irritatie, exantheem, oedeem;
  • speekselklierontsteking: dit is een zeldzame pijnlijke zwelling van de oor- en onderkaakspeekselklieren die 2 tot 3 dagen na het stopzetten van de jodiuminname verdwijnt;
  • overgevoeligheidsreacties  en jodiumkoorts: koorts, eosinofilie, exantheem, oedeem (aangezicht of glottis), symptomen van serumziekte. Deze zijn evenwel extreem zeldzaam na een eenmalige orale inname.

Andere:

  • maag- en darmstoornissen, vooral bij inname op een nuchtere maag van niet opgeloste tabletten
  • hoofdpijn
  • vasculitis, bv. periarteritis nodosa
  • leukocytose
  • metaalsmaak

Welke zijn de contra-indicaties voor de inname van jodiumtabletten?

De inname van jodiumtabletten is niet aanbevolen bij:

  • overgevoeligheid aan jodium (vaak, ten onrechte, “jodiumallergie” genaamd)
  • herpetiforme dermatitis
  • hypocomplementaire vasculitis
  • pemphigus vulgaris
  • iododerma tuberosum
  • myotonia congenita

Relatieve contra-indicatie, voornamelijk bij oudere volwassenen:

  • kropgezwel (struma diffusa, uni- of multinodulair)
  • Morbus Graves-Basedow (actief of in een remissiefase)

Doorgemaakte of bestaande schildklieraandoeningen bij kinderen, jongeren en jonge volwassenen vormen géén absolute contra-indicatie. Zij mogen, tenzij de behandelende arts hier anders over beslist, jodiumtabletten gebruiken en tegelijk, indien van toepassing en steeds in samenspraak met de behandelende arts, doorgaan met het nemen van hun medicatie voor de schildklierziekte zelf. Voor die patiënten is een actieve opvolging van de schildklierfunctie na inname van de tabletten wel aangewezen. 

Het verschijnsel van "jodiumallergie" lijkt vaak te worden verward met het reële probleem van de allergie voor contrastproducten die bij de medische beeldvorming worden gebruikt of met irritatiereacties op ontsmettingsmiddelen. Allergische reacties op kaliumjodide of jodium met ernstige gevolgen zijn, hoewel niet volledig uit te sluiten, uiterst zeldzaam.

Overgevoeligheidsreacties komen dan wel vaker voor, maar aangezien deze meestal niet ernstig zijn, wegen ze bij de kwetsbare groepen niet op tegen het hoge risico op schildklierkanker door blootstelling aan radioactief jodium.

Wat na een thyroïdectomie?

Na thyroïdectomie is het gebruik van jodiumtabletten zinloos, tenzij in geval van zwangerschap of bij het geven van borstvoeding. 

In die gevallen wordt stabiel jodium ingenomen ter bescherming van de foetus of de zuigeling en ter preventie van borstklierkanker bij borstvoeding.

Wat raad ik mijn patiënten aan die een contra-indicatie hebben voor de inname van jodium? 

Als er een contra-indicatie bestaat voor de inname van jodium en het risico op blootstelling niet te vermijden is, kan overwogen worden om aan jonge volwassenen natriumperchloraat of kaliumperchloraat toe te dienen in een dosis van 2 x 0,5 gram p.o. per dag. Perchloraat interfereert met de opname van radioactief jodium in de schildklier en heeft daardoor een beschermende werking. 

Het gebruik van deze middelen komt echter enkel in aanmerking als de te verwachten schildklierdosissen zeer hoog zijn omdat soms zeer ernstige nevenwerkingen kunnen optreden (bijvoorbeeld aplastische anemie, al blijkt uit recentere informatie dat deze ernstige nevenwerking zich zelden of nooit voordoet bij een kortdurende toepassing, zoals hier het geval zou zijn). 

Daarom kan het beter zijn om deze personen, afhankelijk van de leeftijd en de te verwachten dosis, eventueel bij voorrang te evacueren. 

Probeer de contra-indicatie voor de inname van jodium zo goed mogelijk te bepalen. Dit kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op een overgevoeligheidsreactie tegen één van de medische toepassingen van jodium, zoals een jodiumhoudende contrastvloeistof of een ontsmettingsmiddel, en dus niet zozeer samenhangend met het gebruik van het element jodium zoals dit ook aanwezig is in de voeding.

Welke alternatieve geneesmiddelen kan ik voorschrijven?

Als er geen kaliumjodidetabletten beschikbaar zijn, bestaan volgende alternatieven:

  • De apothekers kunnen individuele dosissen kaliumjodidepoeder verstrekken, die bestemd zijn om te worden opgelost. Ze kunnen eventueel direct oplossingen klaarmaken
  • Men kan Lugol (waterige oplossing) gebruiken. 1 ml lugol, of 20 druppels uit de officinale druppelteller, bevat een dosis van ongeveer 100 mg jodium in totaal (jodium en kaliumjodide). De druppels dienen te worden opgelost in een glas melk.
  • Men kan ook jodiumtinctuur (alcoholische oplossing) toedienen. 1 ml jodiumtinctuur, of 60 druppels uit de officinale druppelteller, bevat eveneens ongeveer 100 mg jodium in totaal (jodium en kaliumjodide). De druppels dienen te worden opgelost in een glas melk.

 
Waar dient u als arts op te letten nadat jodiumtabletten door uw patiënten werden ingenomen? 

Als arts is het belangrijk dat u na inname van jodiumtabletten bij een nucleair ongeval: 

  • patiënten die voorbijgaande symptomen vertonen geruststelt, bevestigt dat de symptomen zullen verdwijnen zonder ernstige gevolgen en hen eventueel een symptomatische behandeling aanbiedt;
  • patiënten met een mogelijk verstoorde schildklierwerking tijdig herkent. Vanaf een bepaalde leeftijd is hyperthyroïdie de belangrijkste bijwerking bij volwassenen, terwijl hypothyroïdie de meest gevreesde bijwerking is bij (heel) jonge kinderen;
  • patiënten met een verhoogd risico op een gewijzigde schildklierwerking actief opvolgt: 
    • baby’s waarvan de moeder tijdens de zwangerschap/borstvoeding jodiumtabletten innam
    • baby’s aan wie stabiel jodium werd toegediend
    • personen die lijden of geleden hebben aan een schildklierziekte

In België gebeurt bij het bevolkingsonderzoek naar aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen systematisch een opsporing van congenitale hypothyreoïdie.

Is een jodiumrijke voeding belangrijk?

Ja. Een volwassen persoon heeft dagelijks ongeveer 150 microgram jodium nodig voor een normale schildklierwerking. Als de voeding producten bevat die rijk zijn aan jodium, is dit voldoende om de behoefte te dekken. Belangrijke bronnen zijn zeevis, zeevruchten (500 tot 8000 microgram/kg) en gejodeerd zout.

Bovendien heeft een jodiumrijke voeding een gunstig (maar geen absoluut beschermend) effect bij een nucleair incident. De jodiumcaptatie gemeten in de schildklier 24 uur na het toedienen van een opspoorbare dosis radioactief jodium, bedraagt slechts 20% bij een dagelijkse inname van 250 microgram en stijgt tot 60% bij een jodiumarme voeding (dagelijkse inname van 60 microgram jodium).

De jodiuminname via de voeding bepaalt ook in zekere mate de gevolgen na blootstelling aan radioactief jodium: indien het alimentair jodiumaanbod voldoende is zullen minder schildklieraandoeningen -waaronder kanker- optreden dan in een situatie van jodiumdeficiëntie. 
Tijdens de zwangerschap en de lactatie bestaat een grotere jodiumbehoefte. Daarom nemen vrouwen die een zwangerschap plannen, zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, best een juist gedoseerd jodiumsupplement. Ook hier leveren artsen en vroedvrouwen een waardevolle bijdrage door dit bijvoorbeeld bij het preconceptioneel consult mee aan te raden.